Voor werknemers met een contract voor bepaalde tijd gaat er een en ander veranderen. Zij worden binnenkort beter beschermd, zodat de behandeling van werknemers met een vast en werknemers met een tijdelijk contract straks meer gelijk is. In eerste instantie zouden de veranderingen ingaan per 1 juli 2014, maar recentelijk is de ingangsdatum verschoven naar 1 juli 2015.
Opvolging van tijdelijke contracten
Onder de huidige wetgeving kan je drie contracten voor bepaalde tijd krijgen. De totale periode van die contracten mag niet meer zijn dan drie jaar, dat heet een ketenregeling. Daarna moet een werkgever je een vast contract aanbieden. Onder de nieuwe wet blijft het mogelijk om drie keer een contract voor bepaalde tijd te krijgen, maar mag dat niet voor een periode langer dan twee jaar. Er blijft een mogelijkheid bestaan om van deze regeling af te wijken binnen een cao.
Daarnaast wordt het moeilijker om een werknemer kort uit te laten stromen om daarna opnieuw aan te nemen op basis van een tijdelijk contract. Nu is het zo dat de ketenregeling opnieuw gaat lopen als er drie maanden tussen twee contracten bij dezelfde werkgever hebben gezeten. Straks wordt dat minimaal 6 maanden.
Concurrentiebeding – proeftijd – opzegtermijn
Het concurrentiebeding in tijdelijke contracten verdwijnt, zodat werknemers makkelijker aan een nieuwe baan kunnen komen. Een werkgever kan dat straks alleen nog opnemen in een tijdelijk contract als hij in de overeenkomst in voldoende mate kan aantonen dat daar zwaarwegende redenen voor zijn (bedrijfs- of dienstbelangen), op voorwaarde dat de werknemer over bijzondere kennis of vaardigheden beschikt.
Nu is het nog zo dat werknemers met een tijdelijk contract met proeftijd hebben. In de nieuwe regeling mag er in een contract op basis van 6 maanden of korter geen proeftijd meer staan. En als een werkgever gezien kan worden als ‘opvolgend werkgever’, mag er helemaal geen proeftijd in het contract worden opgenomen, behalve als het om een heel andere functie gaat.
Daarnaast komt er een opzegtermijn voor tijdelijke contracten van minimaal zes maanden. De werkgever moet uiterlijk een maand van tevoren schriftelijk laten weten of het contract verlengd wordt en onder welke voorwaarden dat gebeurt. Doet hij dat niet, dan eindigt het contract wel, maar moet hij de werknemer een vergoeding betalen gelijk aan het loon over de periode dat hij te laat heeft aangezegd.
Nulurencontracten
De nulurencontracten worden beperkt. Het is nu al zo dat werkgevers onder bepaalde omstandigheden een vast loon moeten betalen, maar van deze regel kon nog worden afgeweken binnen de cao. Die mogelijkheid wordt per 2015 in het algemeen ingeperkt en in de zorg nog specifieker.
Mrt – 2014: Geen pensioenpremies over bijtelling auto van de zaak
Deze nieuwe wet zorgt ervoor dat het loonbegrip voor de fiscale inhoudingen en voor de werknemersverzekeringen gelijkgetrokken wordt. Meest opvallende verschil was de bijtelling voor de auto van de zaak, die wel met loonbelasting maar niet met premies belast werd. Dat verandert per 2013. De bijtelling telt dan mee voor de loonbelasting, maar ook voor de
premieheffing.
Vervolgens is de vraag of de auto dan ook meetelt voor de pensioenopbouw. Er zijn immers pensioenregelingen die voor de pensioenopbouw verwijzen naar het loon waarover premies werknemersverzekeringen worden betaald. Dat zou betekenen dat de bijtelling zou leiden tot hogere pensioenlasten.
Fiscaal is dit echter niet toegestaan. De bijtelling voor de auto van de zaak is hiervoor wettelijk uitgesloten. Dat betekent dat deze pensioenregelingen aangepast moeten worden.