Voor 1 januari 2014 moet het pensioen in eigen beheer aangepast zijn aan het nieuwe pensioenakkoord. Het pensioen in eigen beheer brengt ook risico’s met zich mee. Een DGA mag zich bijvoorbeeld ook niet zomaar dividend uitkeren.

Gevolgen van het nieuwe pensioenakkoord

Op de leeftijd van 67 jaar mag u met pensioen gaan. De pensioenopbouw en uiteindelijke pensioenuitkering wordt beperkt als u eerder stopt met werken. Daarbij geldt er een maximum pensioengevend salaris. Hierdoor kunt u mogelijk jaarlijks minder pensioen opbouwen. Het is daarom belangrijk de wenselijke pensioendatum en hoogte van uw pensioen te bepalen.

Nieuwe regels voor het uitkeren van dividend

Sinds kort mag u zichzelf alleen dividend uitkeren als er (na betaling van dividend) voldoende geld in de BV aanwezig is. De Belastingdienst kan na een dividendtoets een boete opleggen wanneer dit niet het geval is. Deze kunnen zelfs oplopen tot 72% van uw totale pensioenvoorziening.
DGA’s denken vaak dat de pensioenpot (pensioenvoorziening genoemd rechts op de balans) voldoende gevuld is. Het gaat echter niet om de voorziening, maar om een weergave van pensioenverplichting. Links op de balans moet er voldoende ruimte zijn om aan de verplichting te voldoen, 1,5 tot 2 keer groter dan aan de rechterkant.
‘Waarom is het verschil zo groot tussen de balans en wat ik echt nodig heb?’ Dat komt doordat de (reken)rente hoger is dan de werkelijke rente, waardoor het lijkt alsof u een hoger rendement haalt op uw jaarlijkse inleg. Hierdoor is de pensioenvoorziening op de balans lager dan wat u echt nodig heeft. Ook gaat de Belastingdienst er vanuit dat u korter leeft dan de statistiek aangeeft (sterftetabel). Om het gewenste pensioen aan uzelf te kunnen betalen, is daarom meer geld nodig dan de DGA verwacht.

Veel gehoord advies: Banksparen in plaats van pensioen in eigen beheer

Pensioenopbouw in eigen beheer heeft nog steeds voordelen. Met beleggen is er kans op een hoger rendement dan met banksparen. Banksparen kan echter wel een goed alternatief zijn, maar heeft eigen specifieke voor- en nadelen. Wilt u dat, dan kunt niet zomaar met pensioen in eigen beheer stoppen. Een goede afweging en vooral een goed advies is daarom belangrijk. Pensioenadvies krijgt wat het beste bij uw wensen, doelen en situatie past.

Voor advies op maat over banksparen en/of pensioen in eigen beheer kunt u bij Admission terecht. Wij inventariseren dan wat het beste bij uw wensen, doelen en situatie past. Ook voor vragen kunt u contact met ons opnemen.

Het Belastingplan is op een aantal punten gewijzigd sinds de indiening op Prinsjesdag, na de vorming van het kabinet Rutte-Asscher. Zo is het wetsvoorstel herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer ingetrokken. De assurantiebelasting wordt verhoogd naar 21%. Het vitaliteitssparen wordt niet ingevoerd. Gespaarde levenslooptegoeden vallen eerder vrij. Eenmalig kan komend jaar het hele tegoed fiscaal voordelig worden opgenomen. Beloningen van assurantietussenpersonen zijn niet langer aftrekbaar. Bonafide ondernemers krijgen de mogelijkheid vier maanden uitstel van betaling aan te vragen voor openstaande belastingschulden tot een bedrag van € 20.000.

Uitstel van betaling voor ondernemers
In 2013 kunt u uitstel van betaling krijgen voor de BTW, loonbelasting en vennootschapsbelasting. U bent wel verplicht wettelijke rente te betalen over de uitstelperiode van (maximaal) vier maanden.

De financiële crisis zorgt ervoor dat veel mkb-ondernemingen moeite hebben met het betalen van de belastingen. Veel ondernemingen kunnen maar moeilijk aan voldoende financiële middelen komen om alle rekeningen en belastingen te betalen. Staatssecretaris Weekers wilde deze ondernemingen tegemoet komen. In het Belastingplan 2013 wordt dan ook een voorstel voor uitstel van betaling van BTW, loonbelasting en vennootschapsbelasting opgenomen.

Tot nu toe is het gebruikelijk dat wij als intermediair over de schouder van de klant kunnen meekijken via E.K.A’s (Elektronische Kopie Aanslagen), kopieën dus van al uw aanslagen welke digitaal aan ons verstuurd worden. Zo kunnen we gemakkelijk controle uitoefenen op de juistheid en de volledigheid hiervan. En tijdig ingrijpen als dat nodig is. Met de komst van nieuwe standaarden bij de BD is ook een opvolger gekomen voor de EKA, dit is de SBA (Service Berichten Aanslagen). Wij beschikken inmiddels over het PKI Overheid Certificaat voor veilige communicatie met de BD en kunnen daarom ook SBA’s gaan ontvangen. Maar daar zijn wel weer aparte machtigingen voor nodig.

Deze machtigingen worden door de BD verstrekt op aanvraag per klant / per jaar / per belastingmiddel (IB, VpB etc). Voor 2012 en 2013 hebben wij al deze verzoeken inmiddels elektronisch gedaan. De klant krijgt hier een melding van ter informatie (via Logius, de beheerder). Hij hoeft hier niets mee te doen (stuurt de klant het bericht toch terug dan wordt de machtiging juist geblokkeerd).

Heeft u naar aanleiding van bovenstaande vragen? Dan kunt u contact met ons opnemen.

De Wet beperking ziekteverzuim en arbeidongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) is op 1 januari 2013 ingegaan. Voor met name werkgevers die veel werknemers in dienst hebben met een tijdelijk contract kan dit verstrekkende gevolgen hebben.
De nieuwe wet bepaalt dat werkgevers meer premie moeten betalen op het moment dat er meer ex-werknemers in de ziektewet of WIA terechtkomen. Tot deze wet gold dit alleen voor vaste werknemers. Vanaf 2014 heeft de werkgever drie gedifferentieerde premies: de WGA-vast en de nieuwe WGA-flex en ZW-flex.

Premiedifferentiatie voor werkgevers

Grote werkgevers krijgen een volledig geïndividualiseerde gedifferentieerde ZW en WGA-flex premie. Bij middelgrote bedrijven is er sprake van een gewogen gemiddelde tussen de sectorpremie en de (individueel) gedifferentieerde premie. Voor kleine werkgevers komen er premies per sector.
De gedifferentieerde ZW- en WGA-flex premie wordt op dezelfde manier berekend als bij de huidige WGA premie voor vaste werknemers. De gedifferentieerde ZW premie van 2014 wordt dus bepaald door de ziektewetuitkeringen van vangnetters in 2012.
Door deze wet is het beperken van het ziekteverzuim en re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers nog belangrijker voor de werkgever.

Eigenrisicodragen voor meer grip?

Werkgevers hebben de keuze om eigenrisicodrager te worden voor de Ziektewet en de WGA. Als werkgevers hiervoor kiezen betalen ze geen gedifferentieerde Ziektewet- of WGA-premie, maar dragen zelf het risico voor arbeidsongeschiktheid, uitkeringen en re-integratie van hun (ex)werknemers. In de praktijk wordt dit risico vaak herverzekerd bij een private verzekeraar.
Om eigenrisicodrager te worden voor de WGA vast en/of de ZW is 1 januari 2014 het eerst mogelijk moment. Vanaf 2016 is eigenrisicodragerschap voor de WGA flex mogelijk.
Voordelen van eigenrisicodragerschap zijn lagere premies en meer invloed op verzuim en kosten ten gevolge van eigen verzuimbegeleiding en re-integratie activiteiten. Nadelen zijn het zelf betalen van de uitkeringen en het zelf bijhouden en uitvoeren van de activiteiten. Daarbij moet de werkgever meer wetskennis verkrijgen en lopen de kosten op wanneer er meer werknemers in de Ziektewet of WGA terechtkomen.

Door de juiste keuze te maken kunt u veel besparen. De juiste keuze is per bedrijf verschillend. Wilt u hiervoor advies? Dan kunt u contact met ons opnemen.

Naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Gelderland omtrent het betalen van rente op heffingsrente, heeft de fiscus sprongcassatie aangevraagd bij de Hoge Raad.

Uitspraak

Vorige maand sprak de rechtbank in Gelderland een oordeel uit over de (heffings)rente die door de Belastingdienst betaald moet worden, indien er sprake is van te veel betaalde belasting. Het oordeel luidde dat de Belastingdienst wettelijke rente over te laat betaalde heffingsrente moest vergoeden.

Hoge raad

Omdat de fiscus snel duidelijkheid wil hebben over de (heffings)rente die hij moet betalen, is er sprongcassatie aangevraagd. Hierbij wordt het normale beroep overgeslagen.

Voor wie van belang?

De zaak is vooral belangrijk voor particulieren en ondernemingen die in de jaren vóór 2011 te veel belasting betaald hebben. In de jaren vóór 2011 kreeg namelijk niet iedereen de heffingsrente vergoed. Nadat de Hoge Raad in 2011 oordeelde dat de heffingsrente aan iedereen betaald moest worden, keerde de fiscus de rente alsnog uit. Sommige mensen en bedrijven hebben echter lang op de uitkering van de heffingsrente moeten wachten. Daarom was de rechtbank van oordeel dat wettelijke rente betaald moest worden over het bedrag aan heffingsrente.

Bron: Elsevier Fiscaal / FD

Voor onderstaand artikel over het verlaagde BTW-tarief naar 6 % voor verbouw van woningen is inmiddels meer bekend. Er kan een concrete opsomming gegeven worden. Zie hiervoor deze link Concrete toelichting 6 % BTW-tarief verbouw woningen of neem contact met ons op. Dan sturen wij het u kosteloos op.

Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft bekendgemaakt dat de verplichte overstap per 1 januari 2014 op de werkkostenregeling (WKR) is uitgesteld met een jaar.

De WKR is nogal complex en vergt veel voorbereiding. Weekers heeft de Tweede Kamer daarom laten weten dat hij de werkkostenregeling pas verplicht wilt stellen als deze versimpeld is. Hij wilt dit doen door de loonbelastingwetgeving beter te laten aansluiten op wat werkgevers in de praktijk als loon beschouwen.

De staatssecretaris wil ook eerst een aantal administratieve knelpunten voor het MKB aanpakken. Het is voor kleine ondernemingen nu erg lastig dat ze hun BTW-aangifte eens per kwartaal doen, terwijl ze de aangifte en afdracht van loonheffingen maandelijks moeten regelen. De mogelijkheden voor vereenvoudiging van de WKR gaat hij nu verkennen. Naar verwachting gaat Weekers de verkenning van de mogelijkheden binnen een maand aan de Tweede Kamer aanbieden.

Werkkostenregeling:

In het kader van administratieve lastenverlichting wordt de systematiek van vrije vergoedingen en verstrekkingen in de loonsfeer m.i.v. 1-1-2011 sterk vereenvoudigd. De nieuwe term voor deze vergoedingssystematiek is “werkkostenregeling”.

Deze aanduiding illustreert dat het hierbij vooral gaat om de kosten die de werknemer maakt in het kader van de dienstbetrekking en krijgt een sterk forfaitair karakter.

Het kabinet introduceert een vrijstelling – gebaseerd op de huidige inzichten – van (inmiddels) 1,4% van de fiscale loonsom (exclusief eindheffingsbestanddelen) voor vergoedingen en verstrekkingen, ongeacht de vraag in welke mate daarin een beloningselement te onderkennen valt.

Aanvullend komt er een beperkt aantal gerichte vrijstellingen voor zakelijke kosten. Het nieuwe stelsel heeft als voordeel dat het de toerekening aan de individuele werknemer van (de waarde van) verstrekkingen die binnen het algemene forfait vallen overbodig maakt.

Op 22 december 2009 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel en daarmee op 1-1-2011 ingaan. Deze zogenaamde vereenvoudigingswet wordt door allerlei betrokkenen, zoals fiscaal deskundigen, werkgevers- en werknemersorganisaties, branchevertegenwoordigers en leveranciers van specifieke diensten stevig bekritiseerd. Een aantal aanpassingen heeft, na de annoncering van het wetsontwerp, plaatsgevonden, maar het overgrote deel van de voorstellen is onverkort aangenomen. Wel mogen werkgevers tot 1-1-2014 ieder jaar de keuze maken of zij nog de bestaande wetgeving willen volgen of de nieuwe “werkkostenregeling”.

Algemeen m.b.t. Loonheffing:

De aangifte loonheffing is in 2006 vernieuwd: Er moet een elektronische aangifte gebeuren, de aangifte zal per werknemer per maand plaats gaan vinden, het “genietings-moment” wordt veel belangrijker en er zullen daardoor ook correctie-aangiftes nodig kunnen worden.

Aangezien de gegevens in een grote database zullen worden opgeslagen, waaruit ook andere instanties dan de fiscus zullen kunnen putten, zoals UWV, CBS, CWI, SVB en Zorgverzekeraars, zijn er strenge eisen gesteld aan de aanleverkwaliteit. Dat vinden we terug in een sterk gestegen nieuw boeteregime.

De bijtelling voor de auto van de zaak zal ook in de loonheffing betrokken worden. Tevens zullen daar dan ook SV-premies over verschuldigd zijn. Zowel werknemers als werkgeversdeel. Aangezien de werkgever verantwoordelijk is voor de juiste inhouding en afdracht, wordt hij daarmee ook verantwoordelijk voor toepassing van een juiste auto-bijtelling, dan wel een juiste km-administratie om deze bijtelling te voorkomen!

Sociale Premies: Een DGA is wel werknemer, maar betaalt geen sociale premies. De gezagsverhouding ontbreekt immers. Daar t.o. verzekert hij zich apart voor de essentiële risico’s.

De staatssecretaris van Financiën heeft het verlaagde tarief van 6% op de arbeidsuren die betrekking hebben op renovatie en herstel van woningen ouder dan 2 jaar goedgekeurd. Deze regeling is ingegaan op 1 maart 2013 en geldt tot 1 maart 2014.

Welke werkzaamheden?
De nieuwe regeling is van toepassing op aannemers, klusbedrijven, hoveniers, architecten en andere ondernemers die verbouwings-/herstelwerkzaamheden aan woningen verrichten die ouder zijn dan 2 jaar.
Het verlaagde BTW-tarief is uitsluitend van toepassing op de arbeid van de renovatie- enherstelwerkzaamheden verricht door de hiervoor genoemde ondernemers. Op de materialen blijft het BTW-tarief 21%. Voorrenovatie- en herstelwerkzaamheden in onderaanneming gelden dezelfde BTW-tarieven. De ondernemer moet de factuur splitsen in arbeidsuren en materiaalkosten.

Meer weten? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Vanaf volgend jaar wordt de levensloopregeling ontmanteld. Twintig jaar eerder dan gepland zal de regeling op 31 december 2021 definitief ter ziele gaan. Dan doet de laatste levensloopspaarder het licht uit. Voor een kwart van de 235.000 deelnemers, de groep die op 31 december 2011 minder dan € 3000 had gespaard, zal de levensloop eind dit jaar al afgelopen zijn. Voor deze groep valt het spaarsaldo per 1 januari 2013 automatisch vrij. De overige 160.000 deelnemers, die eind vorig jaar meer dan € 3000 op hun levenslooprekening hadden gespaard, staat echter een fiscale puzzel te wachten.

Wegens de tegenvallende belangstelling en uit bezuinigingsoverwegingen besloot kabinet- Rutte 1 de levensloop te vervangen voor een beperktere regeling, die tot vitaliteitssparen werd gedoopt. Verder dan de kraamkamer kwam deze regeling niet. Het kabinet- Rutte 2 besloot die niet in te voeren.

Deze week ging een Kamermeerderheid tijdens de behandeling van het Belastingplan akkoord met het voorstel om voor beide groepen levensloopspaarders, dus ook die met een saldo van minder dan € 3000, een ‘lokkertje’ in te bouwen. Als een werknemer het volledige spaartegoed volgend jaar opneemt, is 20% hiervan belastingvrij. De overige 80% wordt bij het belastbaar inkomen opgeteld. Om te voorkomen dat tot eind dit jaar nog snel extra levenslooptegoed wordt gestort, geldt dit belastingvoordeel voor het spaartegoed zoals dat op 31 december 2011 in de boeken stond.

‘Levenslopers’ moeten wel een aantal zaken op een rijtje zetten. Zij moeten allereerst uitrekenen of zij door uitkering van het totale spaartegoed in een hoger belastingtarief terecht komen. Het belastingvoordeel van 20% over de uitkering zou wel eens geheel kunnen worden opgeslokt door de fiscus. Dat geldt ook voor werknemers met een huur-, kinderopvang- of zorgtoeslag. Zij lopen het risico dat zij hun toeslagen geheelof gedeeltelijk volgend jaar kwijt raken. Ook is de kans niet denkbeeldig dat werknemers met een flink spaartegoed dat ze opnemen maar niet meteen uitgeven, de vrijstellingsdrempel (ruim € 21.000 per belastingplichtige) voor box 3, de vermogensrendementsheffing, overschrijden en 1,2% belasting moeten gaan betalen. Ten slotte kan het afhankelijk van de hoogte van spaarrente op het levenslooptegoed aantrekkelijk zijn om het tegoed nog een tijdje te laten staan. Zolang het op deze rekening staat, telt het niet mee voor box 3. Het is dus flink puzzelen geblazen.

ontleend aan Fin Dagblad 17-11-2012 ©

Nieuw per 1 Okt 2012: De Flex-BV is dan toch eindelijk ingevoerd:

‘De flex-bv is flexibeler, maar niet eenvoudiger. Het nieuwe bv-recht biedt kansen en bedreigingen voor de mkb-ondernemer. De regelgeving van het bv-recht wordt versoepeld.’

‘Bij oprichting van een bv hoeft niet langer € 18.000 te worden gestort en wordt geen bank- of accountantsverklaring meer verlangd. De oproepingstermijn voor de algemene vergadering wordt verkort en aandeelhoudersbesluiten kunnen eenvoudiger buiten vergadering worden genomen. Afspraken tussen aandeelhouders onderling kunnen statutair worden vastgelegd en zijn zodoende afdwingbaar. De blokkeringsregeling, die ervoor zorgt dat een aandeelhouder niet vrij zijn aandelen mag overdragen, is niet langer verplicht. Zelfs winstrechtloze of stemrechtloze aandelen zijn toegestaan.’

‘De wet biedt echter wel bescherming aan schuldeisers van de bv. Het bestuur moet toestemming geven voordat dividend of kapitaal mag worden uitgekeerd en moet deze toestemming weigeren als men weet of behoort te weten dat daardoor de bv niet langer aan haar opeisbare schulden kan voldoen. Dat is een open norm. Schat men de situatie verkeerd in, dan zijn de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor het bedrag van het tekort dat door de uitkering is ontstaan. Dat kan bestuurders huiverig maken.’

‘De wet heeft onmiddellijke werking, ook voor bestaande bv’s. Wil men volledig van de nieuwe wet profiteren, dan zullen bestaande statuten moeten worden aangepast. Daarbij kunnen vetorechten of instemmingsrechten van aandeelhouders gelden. Een onafhankelijke adviseur is daarbij noodzakelijk; de notaris is daarvoor de aangewezen persoon.’

Een reactie van een mede-ondernemer:

‘Een belangrijke wijziging is dat je als bestuurder of aandeelhouder zeggenschap kunt hebben zonder economisch belang en omgekeerd. Dat is een mogelijkheid die in diverse situaties van pas komt, bijvoorbeeld bij een bedrijfsoverdracht. Een ander belangrijk punt is dat het bestuur voortaan toestemming moet geven aan aandeelhouders die dividend willen onttrekken aan de vennootschap. Dit betekent dat aandeelhouders en bestuurders meer met elkaar zullen overleggen en dat meer dan voorheen rekening wordt gehouden met de positie van crediteuren.’

Wat vindt het notariaat ?:

‘De invoering van de flexibele bv per 1 oktober biedt ondernemers veel meer juridische mogelijkheden dan vroeger. Hoewel tot nu toe de nadruk vaak ligt op het vervallen van de kapitaalseis van €18.000 en het vervallen van de bijbehorende bankverklaring, is het grote voordeel van de nieuwe wetgeving toch vooral het juridische maatwerk dat nu mogelijk is. Vooral van belang voor ondernemers met een bv in de toekomst.’

‘Minstens zo belangrijk is de nieuwe wetgeving voor bestaande bv’s. Vooral in de statuten kunnen verwijzingen staan naar de wet die door de wetswijziging niet meer kloppen. Ook de aansprakelijkheid van bestuurders is zodanig gewijzigd dat dga’s er goed aan doen om zich over hun huidige juridische situatie grondig voor te laten lichten door hun notaris. Ondernemers kunnen dit najaar hun statuten gratis laten scannen bij een groot aantal notariskantoren.’

ontleend aan Fin Dagblad ©

Admission administratie & advies b.v.

Tevens h.o.d.n. Adminservice

Oost-Nederland

Meeuwenstraat 24
7574 BP Oldenzaal

West-Nederland

Wikke 22
1273 BV Huizen

Contact

M 06-532 174 14
Contactformulier
KvK: 32119724